Regen drupte op zijn vacht, bliksemschichten lichtte af en toe het landschap voor een aantal seconde op. Verder was het stil, enkel het gedrup van de regendruppels en af en toe het gedonder van de onweer doorbrak de doodste, kille en koude stilte die in het gebied hing. De zwarte, licht krullende manen van Sultan vielen langs zijn smerige hals af. Eigenlijk was hij overal smerig, wat meer dan logisch was met dit pokkeweer. Een gespannen zucht glipte tussen zijn lippen door, even gleed zijn tong over zijn lippen heen en liet hij zijn neusvleugels lichtelijk trillen. Geuren drongen door, maar geen eentje interesseerde hem op het moment. Niet dat hij niet lekker in zijn vel zat, maar hij had gewoon zijn dag niet. Wat zo wie zo heel veel te maken had met het weer, maar ook zat het hem lichtelijk dwars dat de kudde opnieuw stil gevallen was. Want veel was er niet echt te doen. Vandaar dat hij eventjes een momentje voor hem zelf wilde, nadenken wat hij voor activiteit zou kunnen bedenken, misschien ook voor buitenstaanders zoals de Quiet Sparkle gedaan had. Maar wát dan? Gewoon iets zoals.. een open dag? Paarden konden dan naar hem en Kai toe komen om vragen te stellen over de kudde. Nja, dat hadden ze al ooit gedaan met een andere kudde, dus daar was ook niet echt veel aan. Afkeurend schudde hij even zijn hoofd, maakte een overgang naar een stap en richtte zijn blik omhoog. Donkere wolken hadden zich bij elkaar geplakt, het duurde ook nog wel even voordat dit weer weggetrokken zou zijn. Sultan sloeg zijn ogen neer. Hij had het echt weer helemaal verknald, zoals hij altijd deed. Met Pearl en nu ook nog eens met de kudde, want hij had zichzelf nog wel voorgenomen ervoor te zorgen dat hij actief zou blijven. Kwaad sloeg hij met zijn doorweekte staart, kneep zijn ogen even kort samen toen een aantal druppels in zijn ogen kwamen. Wat een rot weer. Met tegenzin stapte hij door, voelde hoe de regendruppels alleen maar groter werden en ervoor zorgde dat hij echt doorweekt was nu; een rilling liep over zijn ruggengraat. De wind zorgde ervoor dat het koud was, daarom bleef hij een beetje in beweging. Lichtelijk gespannen wandelde hij verder, de grond was ondertussen al verschrikkelijk modderig geworden en zorgde ervoor dat zijn hele benen opnieuw onder de mud zaten. Laatst was hij in het moeras geweest en daar was hij nog steeds niet schoon van en nu was hij weer smerig. Achja, wat maakte het ook uit. Als het weer wat op zou klaren zou hij wel naar de zee gaan of naar het Zilveren Meer, dan was hij zo weer schoon. Het weer begon al wat minder te worden, de zwarte wolken trokken langzamerhand weg en een aantal zonnestralen hadden door de wolken door kunnen breken. De warme, gouden zonnenstralen op zijn vacht zorgde ervoor dat zijn lichtelijke uitgedroogde mondhoeken in een glimlach werden getrokken. Eindelijk weer wat zon, dat was nou net wat hij nodig had op het moment. Meteen was zijn humeur al een beetje beter, begonnen zijn ogen lichtelijk te twinkelen en trok hij zijn hoofd een beetje omhoog. Hmpf. Een lichte bui hing nog boven het gebied, maar zodra Sultan voor zich uit keek zag hij al dat een heldere lucht aan het naderen was. Hij maakte een overgang naar een draf, strekte zijn hals lichtjes en trok zijn benen hoog op, zijn neus rustte even kort op zijn gespierde, natte borst en vervolgens maakte hij een wat stijve overgang naar de galop. Kort kuchtte hij een keertje, nam een grote hap met lucht en versnelde zijn passen iets. Bomen flitste voorbij, maar Sultan had alleen maar aandacht voor het pad dat voor hem lag. Geconcentreerd lette hij op zijn passen, hield een regelmatige snelheid aan en bleef dus op hetzelfde tempo, daar werd je het minste moe van. Vervolgens maakte hij door middel van een sliding een noodstop, trok zijn hals wat in en snoof luid.
De geur van paarden drong sterk door in zijn neusgaten, Sultan draaide zijn hoofd lichtelijk en opende zijn neusgaten, om de geuren goed in zich op te nemen. Hmm. Hij had geen idee wie het kon zijn, dus besloot hij maar kalm door te stappen en oplettend rond te kijken. Ondertussen was de regen opgehouden, was de zon vollop zichtbaar en begon de temperatuur meteen geleidelijk te stijgen. Eindelijk wat mooi weer, de laatste dagen viel het voor hem vreselijk tegen allemaal, dus hij was blij dat hij weer wat zonneschijn op zijn vacht kon voelen. Tevreden snoof hij eventjes, schudde zijn natte manen los van zijn vacht waardoor spetters van hem af vlogen. Een schim verscheen in de verte, Sultan maakte een overgang naar draf en kwam tot stilstand voor het paard. ‘Hallo.’ Begroette hij het paard, ontspannen en met een brede glimlach rond zijn lippen. Niet wetend wat voor paard het was; wat zijn of haar geaardheid was.